De pastoor vertelt nog wat anekdotes, en tenslotte komt de districtscommissaris binnen. De DC haast zich naar het spreekgestoelte en begint verheugd aan zijn speech:
Zoals jullie weten geef ik tijdens al mijn speeches altijd iets mee zodat jullie erover kunnen nadenken. Er waren dus twee ezels aan het lopen op het land. Dan zegt de ene ezel tegen de andere: ‘Ik sta morgen extra vroeg op om “ezel” op jouw deur te schrijven.’ Maar dan zegt de andere ezel: ‘Nou, dan sta ik nog vroeger op om het eraf te wassen!’
Denken jullie goed na wie er de ezel is. Om vervolgens verder te gaan met zijn speech over de pastoor.
“Wel, ik ken de pastoor als geen ander, want toen hij hier net kwam werken was ik de eerste die bij hem ter confessie mocht gaan…”